Dat moet in de plaats komen van het huidige dat is opgezet door Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB).
Bollenhandelaren en -veilingen willen een onafhankelijk scheidsgerecht voor de bollensector. Dat moet in de plaats komen van het huidige dat is opgezet door Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB).
Volgens Anthos, de koepelorganisatie van bollenhandelaren, en de veilingen Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale (CNB) en Hobaho heeft het huidige scheidsgerecht als manco dat die alleen voor leden van KAVB toegankelijk is. In de bloembollensector doet dit scheidsgerecht uitspraak in geschillen tussen koper en verkoper.
Het trio wil een orgaan dat voor alle partijen in de bollensector open is, maar wil voorkomen dat er twee scheidsgerechten naast elkaar bestaan. De bollensector kijkt daarom, na overleg met het Nederlands Arbitrage Instituut, of het huidige scheidsgerecht in een stichting kan worden ondergebracht, waarmee de onafhankelijkheid is gewaarborgd.
De leden van dit scheidsgerecht hebben aangegeven in de stichting te willen opgaan.
Bron: Nieuwe Oogst
Wanneer een onderneming geen baten meer heeft, staat de weg open om de onderneming versneld te liquideren. Het betreffende wetsartikel, art. 2:19 lid 4 BW, is in 1994 ingevoerd, tegelijk met de bevoegdheid van de Kamer van Koophandel om inactieve rechtspersonen te ontbinden (art. 2:19a BW). In de praktijk gaat het veelal om besloten vennootschappen. De gedachte was dat dergelijke vennootschappen zich allicht lenen voor malafide praktijken. Om dezelfde reden zou ook het bestuur van de rechtspersoon, bij afwezigheid van baten, eenvoudig zelf de rechtspersoon moeten kunnen ontbinden door opgave bij het Handelsregister. 33.000 van alle 37.000 ontbindingen in 2018 waren turboliquidaties. Uit gegevens van de belastingdienst over de periode 2010-2016 blijkt dat het in 80 procent van alle gevallen ging om boedels zonder baten en fiscale schulden. Het is niet bekend of er andere, niet-fiscale schulden waren.
Dat er van dit instrument ook misbruik wordt gemaakt, onderkent de minister. Daarom wil hij de positie van schuldeisers versterken. Niet door turboliquidate slechts toe te staan als er geen schulden meer zijn, maar via publicatie-eisen voorafgaand aan doorhaling. Zoals de deponering van een slotbalans, een bestuursverklaring en alle voorafgaande jaarrekeningen. Aldus kunnen schuldeisers beter geïnformeerd “verzet aantekenen” tegen de turboliquidate “op de voet van artikel 2:23c BW”, aldus de minister.
Wanneer partijen in een hoger beroepzaak samen op een kostenefficiënte manier tot een snelle en definitieve afwikkeling van hun conflict willen komen, kunnen ze hun geschil voorleggen aan een bemiddelingsraadsheer. Dat biedt het gerechtshof Den Haag vanaf 1 maart 2019 aan in een aantal geselecteerde zaken, vóór het indienen van de memorie van grieven. Dit is een comparitie na aanbrengen voor de bemiddelingsraadsheer. Deze korte procedure kan sneller tot een definitieve oplossing leiden.
Partijen en hun advocaten zoeken met deze bemiddelingsraadsheer in een zo vroeg mogelijk stadium van de hoger beroepsprocedure naar maatwerkoplossingen. Deze oplossingen moeten rekening houden met de belangen van beide partijen. Een schikking leidt in dat geval tot een voor alle partijen bevredigend resultaat. De naleving van afspraken wordt daarmee doorgaans beter gewaarborgd.
Lees het hele artikel hier.
De rechter komt in consumentengeschillen in (ver)bouwzaken doorgaans te laat. De rechter zou moeten komen op het moment dat de opdrachtnemer nog in de woning aanwezig is en partijen er onderling niet meer uitkomen. Het werk in geschil is dan inclusief de eventuele tekortkomingen nog onveranderd zichtbaar voor de rechter en de ingeschakelde deskundige en oplossingen kunnen ter plaatse worden besproken en vastgelegd. Om hieraan tegemoet te komen kunnen partijen in consumenten (ver)bouwzaken bij de rechtbank Noord-Holland met een dagvaarding in kort geding sinds kort de ‘bouwrechter’ inschakelen. Deze rechtsingang wordt aangeboden als een EHBO in bouwzaken.
Anders dan in een normale kort gedingprocedure behandelt de voorzieningenrechter de zaak op de plaats van het werk met bijstand van een deskundige. De deskundige brengt daar ook direct een mondeling deskundigenbericht uit. De insteek is op basis van dat deskundig oordeel te komen tot een schikking. Als dat niet lukt, brengt de deskundige een beknopt schriftelijk deskundigenbericht uit en volgt er een schriftelijk kort gedingvonnis van de rechter.
De procedure begint als een kort geding (lees de huisregels kortgeding) waarin de wederpartij moet worden opgeroepen te verschijnen op de zitting van de voorzieningenrechter (bouwrechter). Deze zitting is op de locatie van het werk dat onderwerp is van het geschil. In de dagvaarding moet de situatie van het werk duidelijk worden beschreven, zo mogelijk onderbouwd met foto’s. De wederpartij krijgt na het uitbrengen van de dagvaarding twee weken de tijd om schriftelijk te reageren. Blijft een reactie uit dan gaat de zitting op locatie niet door. Aan de eisende partij wordt dan de keuze gelaten of de zaak als kort geding wordt voortgezet. In dat geval volgt een reguliere kort gedingzitting in de rechtbank.
De kosten van de procedure zijn gelijk aan de kosten van een kort geding, vermeerderd met de kosten van het deskundigenbericht en de reiskosten van de deskundige. Voor deze procedure wordt een beroep gedaan op een van de vier geselecteerde deskundigen. Deze deskundigen rekenen voor het deskundigenbericht een vast tarief van 1.452 euro inclusief btw. Gedurende de pilot komt hiervan 600 euro voor rekening van partijen. Het overige wordt gesubsidieerd vanuit de Rechtspraak.
Lees het hele artikel hier
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft deze week uitspraak gedaan in de 500ste zaak in het zogeheten landbouwproject dat tot doel had om zaken sneller af te handelen. Met het voltooien van de 500ste zaak is het project nu afgerond.
Het CBb startte het project op 1 januari 2018 met het doel om in 2018 500 landbouwzaken sneller af te doen. Het CBb heeft in dit project hulp gekregen van enkele staatsraden van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en van juridisch medewerkers van de Afdeling bestuursrechtspraak, de Centrale Raad van Beroep en de rechtbank Amsterdam.
Binnen het landbouwproject zijn door het CBb zaken over uiteenlopende onderwerpen behandeld op het terrein van het landbouwbeleid van de EU. In de 500ste zaak was het de vraag of een boer in het kader van de vergroeningsbetaling had voldaan aan de vergroeningsvoorwaarden. Boeren kunnen hier aan voldoen door het inzaaien van vanggewassen. Dat zijn gewassen die de uitspoeling van meststoffen moeten tegengaan. De boer moet deze vanggewassen dan wel ten minste tien weken op het perceel laten staan. Hierbij is de inzaaidatum van belang die, uiterlijk op de dag van het inzaaien van het perceel met het vanggewas, aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) moet worden doorgegeven. Anders gaat RVO ervan uit dat het perceel op 30 september 2016 is ingezaaid. Dit was hier het geval.
Lees het hele artikel op: Mr. Online
chapeau
Geert W.
The show must go on …
De vrijheid van meningsuiting is een grondrecht in ons land. Het gebruik van een grondrecht schept ook verplichtingen. Zoals respect voor de vrijheid van Godsdienst, ook een grondrecht, en een verbod op discriminatie en belediging. Dat geldt voor u en voor mij en ….. óók voor Geert Wilders.
Wilders bedient zich graag van scherpe teksten, soms hard en ongenuanceerd. Hij beroept zich daarbij op de vrijheid van meningsuiting. Op zich terecht. Maar hij weet dat iedereen dat kan laten toetsen door de strafrechter. Het is dus niet zo bijzonder dat Wilders vervolgd moest worden. Dat zegt niets over een eventuele veroordeling van Wilders. Daar beslist de rechtbank over.
Geen zwijgplicht
Als politicus en volksvertegenwoordiger heeft Wilders de plicht om verantwoording af te leggen aan de rechtbank. Met behulp van een bevlogen pleidooi van mr. Moszkowicz zou hij kunnen uitleggen waarom hij soms zo scherp formuleert. De rechtbank zou dit dan toetsen aan de Grondwet en een principiële uitspraak kunnen doen. Waarom beroept Wilders zich juist nu op zijn zwijgrecht? Dat ben ik niet van hem gewend. En waarom richt zijn advocaat zich alleen op niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en onbevoegdheid van de rechtbank? Dat getuigt niet bepaald van lef. Als je altijd, overal en over iedereen je mening geeft, dan moet je ook nu je mond open durven doen.
Showproces
Wilders eet van twee walletjes. Enerzijds wil hij zich onconventioneel en ongenuanceerd kunnen uitlaten. Onze rechtstaat moet hem daarin beschermen. Anderzijds wil hij zich niet verweren als diezelfde rechtstaat hem vraagt om zich te verantwoorden. Wilders suggereert dat er sprake is van een politiek proces. Andere politieke partijen zouden dit proces hebben georganiseerd en hij zou bij voorbaat al zijn veroordeeld. Wilders speelt zijn slachtofferrol heel bekwaam. Maar hij heeft ongelijk. Andere partijen zitten niet te wachten op deze Wildersshow. En het Openbaar Ministerie heeft in alle objectiviteit vrijspraak gevorderd, zeer tegen de zin van de aanvragers van de vervolging.
Omdat Wilders de rechtbank heeft gewraakt, moet het hele proces worden overgedaan. Ik begrijp dat niet goed. Na de vordering tot vrijspraak was er een grote kans op een positieve afloop. Als Wilders van dit ‘politieke’ proces af wil, zoals hij beweert, had hij geen wraking moeten vragen. Moszkowics beroept zich nu wel op zijn recht om te wraken. Maar hij was dit niet verplicht.
Voorbeeld of buitenbeentje
Blijkbaar komt al deze free publicity Wilders goed uit. Zo blijft hij in het nieuws. En hij kan nooit verliezen. Veroordeling of niet, zijn aanhangers zien Wilders toch als slachtoffer. De rechters, het Openbaar Ministerie en de politiek hebben het straks gedaan. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling, die Wilders beter niet kan aanmoedigen. Als invloedrijk politicus heeft hij een voorbeeldfunctie. Natuurlijk scoort hij beter als hij het buitenbeentje speelt, maar dat is hij niet. Hij maakt deel uit van onze maatschappij, net als zijn politieke tegenstanders, het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Juist daarom heeft ook Wilders grondrechten, recht op persoonsbescherming en kan hij zich verkiesbaar stellen. Het wordt tijd dat Wilders dit openlijk accepteert. Dan kan hij samen met zijn aanhangers aan een betere maatschappij werken in plaats van deze altijd maar te bekritiseren.
Robert M. moet op de brandstapel
en zijn advocaten ook
Bram Moszkowicz weigert Robert M. te verdedigen. Dit zette mij aan het denken. Wat zou ik doen in die situatie? Nee, ik zou hem niet kunnen verdedigen. Als vader van vier kinderen ben ik ook kwaad op hem. Bij elk overleg met hem zou ik griezelen bij de gedachte wat hij al die kinderen heeft aangedaan. En ik zou aan de ouders denken, aan de nachtmerrie waarin zij zijn beland. Robert M. lijkt me gewoon een vreselijke man. Eng en gestoord.
Dit oordeel over M. hoor ik ook veel om me heen. Daarbij hebben mensen vele straffen voor M. in petto, variërend van standrechtelijke executie of het opknopen aan de hoogste boom tot castratie (liefst zonder verdoving). Dit ‘eigen rechtertje spelen’, verbaast me niet, net zo min als de neiging om M. hard en pijnlijk te straffen. Woede moet nu eenmaal een uitlaatklep hebben.
Volksgericht
Wat me wel verbaast is hoe tegenwoordig vaak ons hele rechtssysteem erbij wordt gehaald. Dat het niet deugt, dat het toch niet kan dat zo iemand überhaupt nog een proces krijgt. Hij is gewoon schuldig! Robert M. mag nooit meer vrijkomen. Maar moeten we echt zo ontevreden zijn over ons rechtssysteem? Kent u nog die wildwest films waarin een woedende menigte het recht in eigen hand neemt en een veedief opknoopt? Willen we terug naar een volksgericht als uitlaatklep van onze woede? We hebben er juist vele eeuwen over gedaan om een beproefd rechtssysteem te ontwikkelen. We hebben geleerd dat het het beste is om zoveel mogelijk de emoties uit te bannen, zodat we in alle nuchterheid de feiten op een rijtje kunnen zetten en recht kunnen spreken.
Bekentenis afgelegd
In ons rechtssysteem heeft een verdachte het recht om zich te verdedigen. Altijd, zonder uitzondering! En op hulp van een specialist: een advocaat. De wet zegt dat een advocaat de verdachte zo goed mogelijk moet bijstaan en daarbij alleen zijn belangen mag behartigen. Daarbij doet het er dus niet toe wat wij er met zijn allen van vinden of hoe erg het is. Het is de taak van de advocaat om te proberen aan te tonen dat er geen bewijs is of dat het niet gebruikt mag worden. Een advocaat probeert niet altijd de onschuld te bewijzen. Robert M. heeft al een bekentenis afgelegd, dus dat zou ook geen zin hebben. In zo’n geval moet zijn advocaat toch proberen om de straf zo mild mogelijk te krijgen.
Tegenstanders
Robert M. heeft al een tegenstander in de officier van justitie en het hele Openbaar Ministerie, die samen proberen om hem veroordeeld te krijgen. Maar hij heeft ook de hele maatschappij als tegenstander. Heeft hij dan geen recht op één medestander?
Ik vind dat Robert M. recht heeft op ten minste één medestander, zijn advocaat. En wel een hele goede! Die vakbekwaam zijn pleidooi opbouwt. Zonder woede, zonder emotie, puur rationeel. En met een heel dikke huid. Want het zal voor die collega niet gemakkelijk zijn. Mensen zullen het hem of haar kwalijk nemen en denken dat hij of zij de daden van M. goedkeurt. Onterecht! Die advocaat is een professional, iemand die zo goed mogelijk zijn of haar werk doet. Pas als we dat niet meer toestaan, zitten we écht in de problemen.
Laten we er op vertrouwen dat Robert M. de beste verdediging krijgt… en dan de straf die hij verdient!
Het recht van de sterkste
Geld en macht stinkt niet?
Wij hebben een ingewikkeld rechtstelsel. De natuur heeft het eenvoudiger geregeld. Daar geldt het recht van de sterkste. Heel simpel: kom je als beer ter wereld, dan win je het van een konijn. Dus als Flappie Bruintje tegenkomt, heeft hij geen rechten. Flappie zal het hazenpad moeten kiezen.
Stel dat het konijn gebruik zou kunnen maken van ons rechtstelsel? Dan geldt het recht van de sterkste dus niet. Iedereen is immers gelijk voor de wet. Toch? Dacht het niet!
Een stinkend zaakje
Het komt helaas dagelijks voor dat de beer wint, terwijl het konijn gelijk heeft. Zelfs de Nederlandse overheid (de grootste beer) maakt zich hier regelmatig schuldig aan. Bijvoorbeeld bij het gebruik van speurhonden in strafzaken. Deze honden zijn getraind om de geur van wapens, kleding en slachtoffers te linken aan potentiële verdachten. Op dit bewijs zijn ongeveer tweeduizend personen veroordeeld. Professor Jan Frijters heeft de onbetrouwbaarheid van de geurproef aangetoond. Hij heeft zelfs bewezen dat de hondengeleiders veelvuldig met de proeven hadden gesjoemeld om verdachten veroordeeld te krijgen. Het duurde acht jaar voordat de overheid dit heeft toegegeven en is gestopt met de geurproeven. De veroordeelden ‘mogen’ een herziening van hun zaak aanvragen. Maar de sjoemelende hondengeleiders worden niet vervolgd. De hele zaak wordt stil gehouden. Over machtsmisbruik gesproken.
In de mangel
Niet alleen de overheid maakt zich schuldig aan machtsmisbruik. In juridische geschillen zie ik soms dat grote bedrijven en instellingen, die niet in hun recht staan, hun kleinere tegenpartijen in de mangel proberen te nemen. Samen met even zo grote advocatenkantoren trekken ze alle juridische registers open. Het gevolg is een overkill aan procedures, stukken, beslagen en andere maatregelen. Met heel veel kosten. Zo proberen de grote spelers hun macht te gebruiken om onder hun contractuele (betalings)verplichtingen uit te komen. Ze willen perse winnen, gelijk of niet. Dit kan een kleine ondernemer lamleggen en zelfs leiden tot een faillissement. Een rechtszaak kost heel veel tijd en geld en het is een grote geestelijke belasting. Dat gaat allemaal ten koste van zijn bedrijfsvoering. En hij raakt die grote onderneming ook nog eens kwijt als klant.
David kan winnen van Goliath
Mijn complimenten voor de vechters onder de ondernemers en consumenten, die vinden dat hun recht moet zegevieren. Het principe is ook wat waard. Als je gelijk hebt wil je ook gelijk krijgen. En dat is echt niet kansloos. Regelmatig kent zo’n gevecht een ‘happy en fair end’. Dan moet Goliath alsnog zijn wonden likken en betalen. En David kan zichzelf recht in de spiegel aankijken omdat hij niet is gezwicht voor het grote geld en het machtsmisbruik.
De wetgever zou de Davids van deze tijd wel wat meer mogen helpen. Bijvoorbeeld door niet te bezuinigen op de gefinancierde rechtsbijstand. En door te regelen dat Goliath, als die ten onrechte heeft geprobeerd David ‘kapot te procederen’, 100% van zijn kosten moet vergoeden.
Zo komt het recht van de sterkste toe aan diegene met het sterkste recht!
Loosterweg 4b
2215 TL Voorhout
T: +31 0252 22 52 53
F: +31 0252 22 78 70
KvK: 74462474